categorie | inspiratie

De lege kerk


Oosterland tijdens de corona-pandemie 2020-2022


Aan het einde van Noord-Holland, waar Waddenzee land ontmoet ligt de romaanse Oosterlanderkerk. Ooit baken vanaf zee en heilige plaats, sinds 1969 ook vernieuwend thuis voor levensvragen en inspirerend cultureel podium. Liefhebbers van concerten, exposities en het vrije podium vinden hier een bijzonder programma dat uitnodigt om mee te doen, te creëren of gewoon te genieten.  

Zin in Oosterland laat zich vertalen als een uitgestoken hand, hand om mee te doen, hand om aan te pakken, hand om vast te houden, hand om mee samen te werken, hand van veelvormigheid en hand van scheppen. In een tijd waarin we vanwege het coronavirus letterlijk afstand moesten houden, reikte Zin in Oosterland je vanaf april 2020 twee jaar lang een tekst, muziek, kunstwerk en/of beeld aan. Het was een uitgestoken hand vanuit een lege kerk, naar iedereen die zich met deze plek verbonden voelt en er op adem wil komen. 

 



Week 15 / 2022

 

Lief huis

 

Dagen, weken, jaren was het stil.
Geen deur die openging,
Geen voetstappen, stemmen.
Het orgel zweeg en jij zweeg mee.

En toch…
Het was zo stil in jou,
dat er wonderlijk ruimte kwam
het was of alle tranen en al ons lachen
veiliger bij jou was dan we ooit hadden durven dromen.

Ik blijf hier wachten op jou,
zei jij.
Krijtletters op jouw oude stenen
vertelden dat jij aan ons dacht,
wat er ook gebeurde.

Je fluisterde, wenkte en sloeg je armen om ons heen.
Stil maar, zei je.
Er komen weer andere tijden.
Lichte tijden vol hoop.
Ik weet het zeker, zei je.

Lief huis, je had gelijk.
Blijf jij vertrouwen en lef aan ons uitdelen
voor onderweg,
net zolang tot wij jou weer ontmoeten?

Tot ziens!


 

Dit is het slot van twee jaar lege kerk. Inspiratie blijft en zoekt naar nieuwe wegen
in de Michaëlskerk en op deze site. Wij hopen je te ontmoeten!



 


Credits:
Tekst: Karen Hagg
Beeld: zininoosterland
 

 

 

 




Week 13 / 2022

 

Op weg naar Pasen

 

Op weg naar Pasen en nieuw begin
roepen dichtregels ons tot de orde
van de dag
ook als wij anders zouden willen,

drukken dichtregels ons met de neus
op de feiten en weg bij de waan
van de dag
ook als wij anders zouden willen.

En...
of je wilt of niet
zingt taal ons hart open,
wagenwijd. 



Oekraïne

 

In het oosten ligt een land op zichzelf
te wachten, maar anderen wachten niet en denderen
er zomaar lichamen binnen, gooien er gezinnen in
als ruiten, rukken straten uit elkaar, slaan kraters
in een kind.

Wij horen het tot hier en voelen oeroude angsten ritselen
onder onze huid. Heel even lijkt onze buigzame toekomst
uit haar hengsels gelicht, kruipen ook wij door het oog
van de waanzin. Daarna zitten we weer hier, veilig
opgeborgen in ons geheugenverlies.

Straks valt opnieuw een vader aan stukken en kijken wij
weg van de herkenning, van de versplinterde zoon,
van het leeglopen van moeder en dochter
als een fles wodka.

In het oosten ligt een land dwars
door onszelf te vallen.



 



Credits:
Inleiding: Karen Hagg
Gedicht: Yannick Dangre (stadsdichter van Antwerpen)
Beeld: zininoosterland

De laatste post verschijnt op vrijdag 15 april 2022

 

 

 

 




Week 11 / 2022

 

Gedachten in maart II

 

Over lente dichten in tijden van oorlog
op drie uren vliegen hier vandaan?

Kan het? Vind je woorden?
Vind je zin?

En toch... terwijl je zoekt
haalt zon je in,
brengt warmte van binnen en buiten
die zich niet stuiten laat

en blijven dichtregels stromen
tegen het donker in.

Dus maak vrij baan in het hart,
want daar is een onmeetbare ruimte



Krijgszuchtige tijd

 

Steeds gedacht: één soldaat maakt nog geen oorlog.
Maar nu met man en macht gezocht naar geruststelling,
naar de winter in een zwaluw zien overgaan, of de boter

op het aanrecht bestuderen en hoe snel zacht, dat iets nog
zacht kán worden in deze wereld en we allemaal zo smeerbaar,
maar de kou spat van beeldschermen, uit radiostemmen.

Ze zeggen dat de veldslag is begonnen, dat anderhalve
rus en een paardenkop dit wilden, terwijl wij toch weten dat
vrede meer aanzien geeft dan geweld, dat alleen menslievendheid

je een stoel in de geschiedenis geeft. En ook: een vechtersjas of een
ijzervreter is geen identiteit, het is een mal waar je jezelf in giet.
Wie het zwaluwnest bevuilt, broedt uiteindelijk zijn eigen ei kapot.

Het volgende moeten we onthouden: dat we allemaal als
vluchteling geboren worden, op zoek naar de juiste plek,
naar veiligheid en wat voorspoed, een liefkozende blik.

Dus maak vrij baan in het hart, want daar is een onmeetbare
ruimte. En bedenk dit: in ieder welkom zit een schuilkelder.



 




Credits:
Inleiding: Karen Hagg
Gedicht: Marieke Lucas Rijneveld
Beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 1 april 2022

 

 




Week 9 / 2022

 

Gedachten in maart

 

Over lente zou ik willen dichten,
over zon,
witte, gele en paarse krokussen-
over warmte van binnen en buiten-
maar ik kan het niet.

Want midden in lente
is het oorlog,
gebeurt er van alles
waar geen woorden voor zijn.

Gelukkig zijn er andere dichters,
die woorden vinden waar ik dat niet kan.



Drie uur vliegen

 

Vandaag staan we op en kijken het beest in de bek
door onze telescoop. Dit land ligt achter vele dijken:
verdragen die ons wél beschermen, grenzen om zonder
pardon te sluiten. We zien soldaten afscheid nemen,
troepen uit de hemel sneeuwen, steden vol bevroren
vluchtpaniek tot aan de horizon - het Colosseum en 
de Brandenburger Tor in geel en blauw, metro’s in Kiev
waar mensen op het ergste wachten, een huilende man
met een stuk papier: 'Ik ben een Rus en dat spijt me
meer dan ik hier zeggen kan.’ We zien het luchtruim
boven Oekraïne, een leeg oog in de schedel van Europa.
We vragen ons maar weinig af, het lijkt of we nog
nét niet geeuwen, morgen kijken we wel weer.
Het is drie uur vliegen hiervandaan.



 




Credits:
inleiding: Karen Hagg
gedicht: Ingmar Heytze -24-02-2022
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 18 maart 2022

 

 




Week 7 / 2022

 

Zin in februari II

 

Zin in vrijheid
zin in zingen
zin in los en zonder afstand
zin in zachtheid

zin in zonlicht
zin in vieren
zin in lief en zonder masker
zin in leven

zin in morgen
zin in toekomst
zin in reiken naar de einder
vrij als vogels



Voorzichtig

 

voorzichtig 
heb ik de gevangen vogel

uit de strik verlost

ik laat hem vliegen
hij geeft mij vleugels



 




Credits:
inleiding: Karen Hagg
gedicht: Willem Hussem
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 4 maart 2022

 

 

 




Week 5 / 2022

 

Zin in februari

 

Zoekend naar zin in februari vind je zinnen
over van alles en nog wat-
winter en verlangen naar lente,
storm en sneeuw en eerste krokussen.

En februarizon.
Gedicht als een schilderij
dat de wereld opengooit,
wijd en weids en weergaloos

schildert het ons toekomst tegemoet.
Badend in zonlicht.



Februarizon

 

Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open
het straatgebeuren zeilt uit witte verten aan
arbeiders bouwen met aluinen handen aan
een raamloos huis van trappen en piano’s.

De populieren werpen met een schoolse nijging
elkaar een bal vol vogelstemmen toe
en héél hoog schildert een onzichtbaar vliegtuig
helblauwe bloemen op helblauwe zijde.

De zon speelt aan mijn voeten als een ernstig kind.
Ik draag het donzen masker van de eerste lentewind.



 




Credits:
Inleiding: Karen Hagg

Gedicht: Paul Rodenko (1920-1976)
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 18 februari 2022

 

 

 

 

 



Week 3 / 2022

 

Nieuw begin in 2022 II

 

Elke morgen roepen vogels van verre
ons de dag weer in,

wiekend op weg naar nieuw begin.

Roepen: kom, zet je ene voet voor de andere,
laat je hoofd leegwaaien en
je hart vol met nieuwe gedachten.

Winterbrieven vol dansend licht
schrijven ze ons.

Om te spellen dag in dag uit.



De vogels

 

De vogels in het stedelijk luchtruim schrijven
een winterbrief aan de mensen in de straten.

Cirkelend op het witte blad van de hemel
zijn zij hun eigen letters, veren en kraakbeen.

Al hun zinnen beginnen met uitroeptekens.
De taal der vogels is vol gevleugelde woorden.

Weinigen kunnen hun kraaiepoten lezen.
Weinigen worden wijs uit hun verhaal.

Maar de kinderen spellen het spelenderwijze
en de dichters schrijven het blindelings na.



 




Credits:
Inleiding: Karen Hagg

Tekst: Bert Voeten
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 4 februari 2022

 

 

 



Week 1 / 2022

 

Nieuw begin in 2022

 

Zoveel goede wensen zijn er
al gezegd, geschreven, gezwaaid.
Meer dan ooit vraagt dit jaar
om wensen, verlangen en hoop.

Laat er eindelijk licht gloren.
Laten we eindelijk niet meer bang zijn.

Ook als nieuwe golven over ons
heenslaan, ook als...

Juist dan: niet meer bang zijn.
365 dagen lang!



Wees niet bang

 

wees niet bang
je mag opnieuw beginnen
vastberaden doelgericht
of aarzelend op de tast
houd je aan regels
volg je eigen zinnen
laat die hand maar los
of pak er juist een vast

wees niet bang
voor al te grote dromen
ga als je het zeker weet
en als je aarzelt wacht
hoe ijdel zijn de dingen
die je je hebt voorgenomen
het mooiste overkomt je
het minste is bedacht

wees niet bang
voor wat ze van je vinden
wat weet je van een ander
als je jezelf niet kent
verlies je oorsprong niet
door je te snel te binden
het leven lijkt afwisselend
maar zelfs de liefde went

wees niet bang
je bent een van de velen
en tegelijk
is er maar een als jij
dat betekent
dat je vaak zult moeten delen
en soms zal moeten zeggen
laat me vrij



 




Credits:
Inleiding: Karen Hagg

Tekst: Freek de Jonge
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 21 januari 2022
 


 




Week 51 / 2021


Verlangen in december II

 

Vol verlangen gaan we op weg naar Kerst.
Verlangen naar van alles
en nog wat

Midden in nieuwe lockdown
houdt verlangen ons wakker,
houdt ons overeind,
wijst ons de weg

altijd verder naar nieuwe wegen,
nieuwe horizon, nieuw jaar
nieuwe hoop in ons.
Zo blijft verlangen bij ons

met kerst en verder
in 2022 -
365 dagen lang.


 




Credits:
Tekst: Karen Hagg
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 7 januari 2022

 

 

 






Week 48 / 2021


Verlangen in december

 

Vol verlangen gaan we op weg naar Kerst.
Verlangen naar van alles
en nog wat

naar vroeger, 
toen corona alleen nog bier was,
naar een bomvolle kerk met kerst,
naar uit volle borst zingen,

naar dichtbij zijn
met wie je lief zijn...
Zoveel verlangen zit er verstopt
in hoeken en gaten in ons

Soms komt het even om een hoekje kijken,
maar net als je het vast wilt houden,
maakt het zich uit de voeten.

Het kleeft, het klieft,
het leeft, het lieft
Het wijkt, het waakt
Het kreunt, het kraakt


Het dwarrelt.
Het laat ons niet los.




Er dwarrelt een verlangen door de stad



Het waait langs klokkentorens en langs grachten
Langs fietsen die voor altijd staan te wachten
Langs bouwput en langs breekbaar iepenblad
Er dwarrelt een verlangen door de stad

Het struint door stille stegen, poorten, gangen
En niemand is in staat om het te vangen
Al zit het op een bankje, zomaar wat
Om daarna weg te waaien door de stad

Het zwijgt, het zucht
Het vecht, het vlucht
Het splijt, het speelt
Het strijkt, het streelt


Soms glipt het door een kier opeens naar binnen
En denk je aan iets groots te gaan beginnen
Blijkt dat je het verkeerd hebt ingeschat
Verdwijnt het zonder omzien naar de stad

Het kleeft, het klieft
Het leeft, het lieft
Het wijkt, het waakt
Het kreunt, het kraakt


Het weet zich ondanks alles liefgehad
Er dwarrelt een verlangen door de stad



 




Credits:
Inleiding: Karen Hagg
Gedicht: Wietske Loebis
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 24 december 2021

 


 

 





Week 46 / 2021


Gedachten in november

 

Weer november.
Het werd Allerzielen.
Geliefde doden kwamen voorbij
en fluisterden ons in
dat we elkaar blijven zien
ergens onderweg.
Lichtzee van liefde brengen ze mee.

En daarna toch nog steeds herfst.
Toch nog van alles niet weten.
Toch nog je onsterfelijk wanen
en van alles tegendraads en onverstandigs
doen om te vieren dat je leeft.

We blijven onderweg.
Blijven reizen uitstippelen
en dromen van de heldere weg
naar een denkbeeldig eindpunt.

Tegen de klippen op.



 

Een Herfst


Men is vandaag ontzettend onsterfelijk
het is eindelijk de echte heldere herfst
die er haast nog niet is

de bladeren vergelen, nog betrekkelijk groen
de wind is nog blauw, wijst geen enkele richting
de grond ligt nog onder het gras

men rookt de zwarte sigaar van de dokter
men raakt bezweet door het werpen met darts
men drinkt zijn zevende glas

in een ligstoel later men stippelt
onder het genot van dit tijdstip
een reis uit

de reis voor de komende heldere winter
en men vindt met de pink weer die heldere weg
naar dat denkbeeldige eindpunt - 


 




Credits:
Inleiding: Karen Hagg
Gedicht: Gerrit Kouwenaar
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 3 december 2021


 



Week 44 / 2021

Allerzielen

 

Weer november.
Weer Allerzielen.
Weer afscheid van nieuwe doden.
Weer verdriet.

Waar vinden we houvast?
Wie deelt troost ruimhartig aan ons uit?

Soms gebeurt het onverwacht.
Soms geeft kunst je een cadeau waar je niet op rekende.

In de bioscoop zag ik de film 'Nomadland'.
Een epos over onthechte zwervers en reizigers,
die elkaar af en toe tegenkomen,
lief en leed delen en dan weer afscheid nemen.
Maar nooit voorgoed.

Altijd zeggen ze; 'I'll see you down the road.'
Ik zie je onderweg. 

Een zin om met ons mee te reizen
en geliefde doden te blijven ontmoeten.
Altijd onderweg.
Altijd samen. 

Altijd een zin om te fluisteren
als we lichtjes aansteken voor wie verdween:
lichtzee van liefde.

 


 



ps: Zondag 7 november is er 'Lichtzee' in Oosterland
om 19.15 en 20.30 uur
waar we elkaar herinneren aan die ene zin:
ik zie je onderweg.

Wil je komen? 
Reserveer dan via deze website.




Credits:
Tekst: Karen Hagg
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 19 november 2021

 


 




Week 42 / 2021

Herfst in oktober II

 

Oktober heeft vele gezichten
dit jaar.
Storm schudt ons door elkaar
en waait ons houvast achteloos 
vele mijlen ver.

En middenin alles dat waait en weg
gaat en nooit meer terug te vinden is
vermoeden we dat het ooit weer
anders wordt.
Dat de rust weerkeert 

en wij met vrije geesten
vermoeden dat er stilte zal zijn
na de storm en schoonheid
ondanks alles

 

 

Herfst is de tijd van vermoeden, niet van weten.
Van tasten, niet van grijpen. Van eerst met mijn duim
het waas wegvagen van een purperen pruim
en van voelen en van dàn pas eten.
Herfst is rustig doende, niet als zomer doende was,
met dat druk ondernemen, proclameren en oprichten
en met uitbreiden en met weer iets anders stichten.
Herfst vertraagt een ogenblik de pas.
Een krekel zit nog vol te houden in het gras.
en op de grintweg snort een laatste bij.
Wat vorig jaar nog komen moest, is nu voorbij.
Maar de geest is vrij.
Om te berekenen en te weerleggen en te ijken.
En om te rangschikken en te bevragen, te beschouwen en te kijken


 



Credits:
inleiding: Karen Hagg
Gedicht: Herman de Coninck
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 5 november 2021

 

 




Week 40 / 2021

Herfst in oktober 

 

Oktober heeft vele gezichten
dit jaar.
In plensbuien worden bijna vergeten
files geboren en zwoegen
fietsers in weer en wind.
Of je ziet alles grijs,
in je hoofd of door de mist buiten.

En altijd bladeren die vallen.
Kastanjes die roepen vanaf de grond
'raap mij op, raap mij, vind mij'.
Altijd bladeren die dwarrelen
en vertellen van eindigheid.

Vandaag vertelt de wereld
van zon en mist trekt op.
En het liefst zou ik 
alle verdrietige kinderen,
soms verstopt in grote mensenlijven,
vasthouden en zeggen:

kom maar hier.
Je bent koud en moe,
ik weet het.
En de bladeren blijven nog wel even vallen,
dat weten jij en ik,
maar als je het even niet meer weet-
kom dan maar hier.
 

 

Verdrietig kind, verdrietig gedicht

 

Ik ben de herfst. 
Ik ben de regen. 
Ik ben de storm. 

Zoek mij maar op, 
ik sta in alle gedichten. 

Houd mij maar vast, 
ik heb het koud en ik ben moe, 
en nog zoveel bladeren aan de bomen, 
nog zoveel bladeren overal. 


 



Credits:
inleiding: Karen Hagg
gedicht: Toon Tellegen
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 22 oktober 2021

 

 




Week 38 / 2021

Samen een nieuwe wereld maken (II) 

 

Middenin deze tijd 
met steeds hogere muren en fellere
scheidslijnen
maken wij samen een nieuwe wereld-
als je erin gelooft.

Dus vraag ik jou 
of je erin gelooft.
Of je het nog wilt, nog kunt:
het goede zien,
opdelven in jezelf en in
de gezichten van anderen.

Juist nu.
Vol standbeelden die omvallen,
of hooggeplaatsten
die van hun voetstuk vallen.
Zoveel scherven op de grond.

Geloof jij er nog in?
Dat het te doen is, 
het goede,
in en door ons?

 

Samen maak je een nieuwe wereld

 

We hebben de dagen namen gegeven in een poging ze iets bij te brengen over de vergankelijkheid. We hebben elkaar een naam gegeven om de tijd iets bij te brengen over de liefde. We hebben zelfs de liefde een naam gegeven, om de dood iets bij te brengen. Maar de dagen luisteren niet, de dood kijkt weg.

Hoe moet je leven, bedoel ik. We, u en ik, kunnen zoveel maar ook zoveel niet. Misschien kunnen we beter naar vogels kijken dan columns lezen, maar de vorm van de wereld hangt ook van ons af.

In de fenomenologie, een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de geleefde ervaring, speelt het begrip wereld een belangrijke rol. Daarmee wordt niet onze planeet bedoeld, maar de leefwereld die we met elkaar maken. Tussen de grote wereldgebeurtenissen die we niet eigenhandig of tenminste niet alleen kunnen veranderen en de kleine keuzes van elke dag ligt de wereld, of eigenlijk de werelden, die we met anderen vormen en in stand houden. Als je iemand leert kennen, maak je ­samen een nieuwe wereld, verandert de jouwe.

Politieke praktijken zijn wereldlijk, net als het publieke debat, het onderwijs, de kunst, de zorg, het samenleven met de anderen die anders zijn dan jij. En de wereld is niet menselijk, we delen leefwerelden met andere dieren, vormen ook die samen. Maar hoe moet je leven?

Doe het!
Het: wat je moet doen,
Wat aan jou is,
Wat je toevalt ‘het’: onbepaald, onbepaalbaar
Wat alleen zal bestaan als je het gedaan hebt.


Dat schreef de vorige week overleden filosoof Jean-Luc Nancy in 2009 in het kader van Do it!, een project van kunstenaar-curator Hans Ulrich Obrist (de vertaling is van mij).

Doe wat niemand verwacht, vervolgt Nancy, ook jij niet, het onwaarschijnlijke, dat afstamt van wat lang geleden gedaan werd, lang voor jij het doet en lang voor jou, wat van jou afstamt en toch niet door je gedaan is. Nancy heeft het over het maken van een kunstwerk, maar zijn tekst is ook een breder pleidooi voor jezelf aan de wereld blijven geven, ondanks ­alles.

Doe wat je ontglipt
Wat niet van jou is
En wat van jou is.


Niets is van ons - de andere dieren niet, de bomen niet, de kinderen niet, de woorden niet, ons werk niet, zelfs ons eigen lichaam niet. Wij behoren aan de wereld toe, maar we maken die wereld ook, steeds opnieuw, met alles wat we doen of nalaten. Hoe moet je leven? Simpel, zegt Aristoteles. Je leert het goede te doen door het goede te doen.

Dus doe het maar.


 



Credits:
inleiding: Karen Hagg
'Samen maak je een nieuwe wereld': Eva Meijer (column in Trouw, 31/8/21)
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 8 oktober 2021

 

 




Week 36 / 2021
 

Samen een nieuwe wereld maken (I) 

 

Soms valt je onverwacht iets toe:
iemand die je niet kent
kijkt naar je en glimlacht,
de post brengt een oude vriendschap
tot leven
je leest iets en opeens veert hoop op
in elke vezel van je ziel en lijf.

Opeens is de wereld dan anders.
Soms alleen op dat moment,
soms voor altijd.

Middenin deze tijd van afstand
met steeds hogere muren en fellere
scheidslijnen
maken wij samen een nieuwe wereld-
als je erin gelooft.

 

Samen maak je een nieuwe wereld

 

We hebben de dagen namen gegeven in een poging ze iets bij te brengen over de vergankelijkheid. We hebben elkaar een naam gegeven om de tijd iets bij te brengen over de liefde. We hebben zelfs de liefde een naam gegeven, om de dood iets bij te brengen. Maar de dagen luisteren niet, de dood kijkt weg.

Hoe moet je leven, bedoel ik. We, u en ik, kunnen zoveel maar ook zoveel niet. Misschien kunnen we beter naar vogels kijken dan columns lezen, maar de vorm van de wereld hangt ook van ons af.

In de fenomenologie, een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de geleefde ervaring, speelt het begrip wereld een belangrijke rol. Daarmee wordt niet onze planeet bedoeld, maar de leefwereld die we met elkaar maken. Tussen de grote wereldgebeurtenissen die we niet eigenhandig of tenminste niet alleen kunnen veranderen en de kleine keuzes van elke dag ligt de wereld, of eigenlijk de werelden, die we met anderen vormen en in stand houden. Als je iemand leert kennen, maak je ­samen een nieuwe wereld, verandert de jouwe.

 



Credits:
inleiding: Karen Hagg
'Samen maak je een nieuwe wereld': Eva Meijer (column in Trouw, 31/8/21)
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 24 september 2021

 

 






Week 34 / 2021

Zoektocht in augustus II 

 

Zomer loopt op laatste benen,
twijfelt tussen gaan en nog even
om een hoekje kijken,
nog even zon zwaaien.

Voordat we gedag zeggen
tellen we druppels zonlicht,
vegen restjes warmte bijeen,
koesteren zomer en elkaar.

Want dwars tegen regen, storm
en kou blijft er warmte.
Als we maar,

als we maar elkaar 
op handen dragen
in zomer en daarna.

 


Er is nog zomer 

 

Er is nog zomer en genoeg
wat zou het loodzwaar
tillen zijn wat een gezwoeg
als iedereen niet iedereen
terwille was als iedereen
niet iedereen op handen droeg.
 




Credits:
inleiding: Karen Hagg
gedicht: Judith Herzberg
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 10 september 2021

 

 



Week 32 / 2021
 

Zoektocht in augustus 

 

Zomer wil geen zomer zijn,
regent op velden en wegen
en in harten van mensen.

Tussen thuis en horizon,
vertrek en aankomst,
dromen en scherven

zoeken we naar grond onder de voeten
in augustus
en later ook nog-
tot we hem vinden.

 


Augustus 

 

het strand kijkt naar de zee en ziet 
dat het water oud is geworden 
de meeuwen vliegen door de gedachten van de zon 
en hangen hun poten te drogen 
in de liezen van de duinen 
stoeien de vakantielieven in de lakens 
van het zand 
er knarst iets in de tederheid 

de boeren oogsten hun twijfels 
en na de avond kijken ze met de ogen 
van hun tractors naar de open wonden 
van de velden, er komt ruimte 
voor de landing van de herfst 

het jaar sterft een eerste keer 
aan voorbij zijn, op de patio van hun afscheid 
bergen de reizigers de avondzon in hun koffers 
met het heimwee van hun aarzeling 
verliezen ze hun keuze 
tussen thuis en horizon
 




Credits:
inleiding: Karen Hagg 
gedicht: Roel Richelieu van Londersele
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 27 augustus 2021

 

 



Week 30 / 2021


Reizen in juli (II)

 

En altijd in deze tijd
verlangen naar reizen
naar verten ver weg.
Of diep in onszelf? 

Alsof je in jezelf uitgebloeide
bloemen weghaalt, zorgzaam je planten
water geeft en onkruid weghaalt,

je geweten opeens veel praatjes heeft
ook als je ze niet horen wilt
en tijd tussen je vingers doorglipt,

zo is de reis naar binnen.
Onverwachte plekken zie je,
mensen van ver en dichtbij groeten je.

Altijd in deze tijd verlangen
naar deze reis als geen ander
en thuiskomen.






Credits:
Gedicht: Karen Hagg

Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 13 augustus 2021

 

 

 




Week 28 / 2021


Reizen in juli 

 

Dit is de tijd van verlangen 
naar reizen
van koffers pakken in en uit,
dromen van verten die je nog niet kent
vanuit je tuin of balkon

Dit is de tijd van lef hebben
voor reizen
naar buiten of binnen
codes rood geel of oranje
die vragen wie je bent

Dit is de tijd ook van altijd verlangen 
naar reizen en thuis komen,
elkaar eerst uitzwaaien
en later omhelzen-

dezelfde mensen als eerst
en tegelijk voorgoed veranderd 
door de reis

 


Goede reis 

 

in Argentinië stappen mensen met hun rechterbeen
het nieuwe jaar in, in Colombia lopen ze met een
lege koffer door de straat

voordat de camera werd uitgevonden trok men op de muur
met kalk een lijn rond het lichaam van degene die op reis ging

dromen is reizen zonder je te verplaatsen
vandaar dat een bed ook wel 'koffer' genoemd wordt

's nachts voelt alleen zijn eenzamer dan overdag
misschien omdat je in het donker geen schaduw hebt

als je goed kijkt zie je dat de moedervlekken op je huid
sterrenbeelden vormen

zie je een ster vallen, kijk je terug in de tijd
en mag je een wens doen voor later

als je ooit terugkeert zal ik je herkennen aan de
kalkdeeltjes die als sterrenstof op je schouders
zijn achtergebleven



 



Credits:
inleiding: Karen Hagg 
gedicht: Dorien Dijkhuis
beeld: zininoosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 30 juli 2021

 

 




Week 26 / 2021


Als vogels in juli

 

Ze vliegen uit, nesten gebouwd,
jongen gevoed, leven opnieuw geboren.
Vogels wijzen ons de weg,
zoals soms ook gedichten.
Woorden om in te wonen,
om te proeven op je tong,
voorzichtig en vrij.
Woorden als armen om je heen
die je opvangen en leren vliegen
als een zwaluw.

 


Graag geef ik je armen om de wereld te vangen als die omvalt. Armen om

te omarmen wie moet worden vastgehouden (valt) en om zelf omhelsd

te worden op sombere dagen (val!). En armen om jezelf te dragen, om

met jezelf in je armen op de eerste zwaluwen te wachten, zelfs als die niet

komen. Bloed dat door je aders ijlt, tot je op een dag of op een nacht weer,

zonder dat je het beseft dat je weer, dat diepe ademhalen, die glimlach, 

dat uitrekken van armen en tenen, eindelijk weer, een zwaluw 

als een beweeglijk vlammetje na een jarenlang donker.






Credits:
Inleiding: Karen Hagg

gedicht: Peter Verhelst
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 16 juli 2021

 

 

 




Week 24 / 2021


Zomer 

 

Na voorjaar nu zomer.
Zullen we het durven: uit onze schulp kruipen,
ons blootstellen aan zon en licht
en aan elkaar?

Nog even en zonder masker
laten zien wie we zijn...
Eindelijk geen verstoppertje meer,
maar met open vizier elkaar ontmoeten.

Het komt, bijna is het er.
Eerst nog gedachten dicht,
horen wat is
en het hart wijd open naar het licht.

 


Zomernacht 

 

Doe nu die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Kijk niet steeds weer die bosrand van gisteren
na, bramenplukker die je bent zoals vroeger
maar nu. Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.

Doe in je hoofd uit de lamp, hoor wat er is,
ademt en ritselt, kwaakt in de kikkers.
Leef met je lichaam van nachtwind de koelte.
Geeuw je een gat in het hart en proef het
zo rood al sap van bramen. Wees langzaam
door vogels gezongen het wordende licht.






Credits:
Inleiding: Karen Hagg

Gedicht: C.O. Jellema
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 2 juli 2021

 

 

 




Week 22/ 2021

 

Het is voorjaar
Eindelijk dan zon geproefd,
warmte op je huid.

Zon door de gordijnen in de morgen
en ook in nacht en donker licht.
Je ligt in bed en hoort vogels zingen.

Even is het of alles is zoals het
altijd zou moeten zijn.
Even klopt alles, even ben jij helemaal

wie je wilt zijn. Even.
En dat alleen door zang van vogels.
En dat alleen door die ene merel.

 


Een merel 

 

Er is iets in de zang van een merel
het is voorjaar, je wordt wakker

je ligt te denken in de nacht
het raam staat open - er is iets

waarvan die vogel zingt
en je denkt aan wat je moet opgeven

er is iets in je dat leeg is en het stroomt vol
met het zingen van die merel.






Credits:
Inleiding: Karen Hagg

gedicht: Rutger Kopland
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 18 juni 2021


 




Week 20 / 2021


Inspiratie 

 

Zondag 23 mei is het pinksteren. 
Waar denk jij dan aan?
Aan Pinkpop, aan de kerk,
aan iets zweverigs 
of aan iets dat ook over jou gaat?

Ik denk aan inspiratie.
Die wonderlijke ervaring 
dat het is of een tekst zichzelf schrijft,
je boven jezelf uitstijgt,

dat gevoel dat je iets kostbaars krijgt,
de geest krijgt.
Opeens gaat je een licht op.
Opeens zie je een weg om te gaan.

Soms komt het uit jezelf.
Soms valt het je toe
in woorden die aan komen waaien-
zoals dit verhaal over een meisje en een zeester.

 


Het verschil dat het verschil maakt 

 

Ik zag een meisje lopen over een strand
dat bezaaid was met zeesterren.
Ze pakte de zeesterren op en gooide ze terug in de zee. 
'Meisje,' zei een voorbijganger: 'wat ben je aan het doen?'
“Ik ben zeesterren aan het redden”, antwoordde ze.

“Maar het zijn er zoveel, dat zal toch geen verschil maken!” 
Onverstoorbaar ging het meisje door.
Ze pakte een zeester op en gooide hem in de zee. 

“Voor deze wel," zei ze…







Credits:
Inleiding: Karen Hagg

Tekst: inspirerendeverhalen.nl
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 4 juni 2021

 

 

 




Week 18 / 2021


Op weg naar vrijheid 

 

Herdacht wie er vielen
en de vrijheid gevierd.
Nu is het altijd aan ons:
vrijheid op handen dragen,
koesteren en
waarmaken.
Met vallen en opstaan gaat het,
dus: houd je vast aan iemand naast je
en aan al het moois dat ons toevalt en moed inspreekt,
zoals woorden over zomaar een meisje
die misschien ook over ons gaan...
 


Een meisje 

 

Ze wacht.
Nee, denkt ze, ik wacht niet,
ik dans.
Ze danst, 
ze danst met lange, ranke passen,
langzaam en aandachtig,
ze houdt haar ogen dicht,

ze danst door deuren en door ramen
en door lange lankmoedige dagen-
hout, glas en uren vallen in splinters rond haar neer-

en telkens als ze niet meer kan
en bijna, bijna valt
denkt ze: Ik?
Ik val niet, ik dans.






Credits:
Inleiding: Karen Hagg

Gedicht: Toon Tellegen
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 21 mei 2021








Week 16 / 2021


April 

 

Het is voorjaar.
Zon en zachtheid,
wind en regen
en weer zachte zon en zoenen.

Voorjaar neemt ons bij de hand.
Loop maar mee, zegt ze.
Niet rennen, want dan val je.
Gewoon de ene voet voor de andere.
Rug recht en ogen wijd open naar wat komt.

Voorjaar neemt ons bij de hand.
Keer je gezicht maar naar het licht, zegt ze.
Laat je ogen wennen aan de zon.
Zie je? Schaduw ligt achter je
en vóór je ligt de weg open.

Voorjaar neemt ons bij de hand.
Naar vrijheid, zwaar bevochten.
Naar mei en meer.
Wij vallen niet, want zij houdt ons vast.
En gelooft in ons.

 

Credits:
Tekst: Karen Hagg

Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 7 mei 2021

 






Week 14 / 2021


April 

 

Het is voorjaar.
Zon en zachtheid,
wind, sneeuw, regen
en weer zachte zon en zoenen.

We groeien mee met het seizoen,
worden zacht van binnen
en zingen zacht verlangend
naar meer...

Niet stil bloeien is dit in jou en mij
maar stevig dapper groeien,
worden wie we willen zijn,
wegdansen als nooit eerder
het leven in.


Voorjaar

 

Het licht vlaagt over ‘t land in stoten,
wekkend het kort en straf geflonker
der blauwe wind-gefronsde sloten;
het gras gloeit op, dooft uit, is donker.
Twee lammren naast een stijf grauw schaap
staan wit, bedrukt van jeugd in ‘t gras…
Ik had vergeten hoe het was
en dat de lente niet stil bloeien,
zacht dromen is, maar hevig groeien,
schoon en hartstochtelijk beginnen,
opspringen uit een diepe slaap,
wegdansen zonder te bezinnen.

 




Credits:
Inleiding: Karen Hagg

Voorjaar: M. Vasalis
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 23 april 2021

 








Week 12 / 2021


De sprong wagen (IV)

 

Vaker dan je denkt
waag je de sprong.
Ga maar, je kunt het, zegt iemand
en jij zet voorzichtig de eerste stap
de wijde wereld in.

Het wordt lente.
Het wordt Pasen.
En jij slaat je vleugels uit
en vliegt
naar nieuwe vergezichten.

Boven dichte deuren
en potdichte grenzen,
boven afstand en gemis
vlieg jij 
en vertrouwt 

op het leven,
de liefde, een mens
of op dat waar je niet goed woorden voor hebt

vertrouw je
dat je niet te pletter valt,
en vliegen kunt
op eigen kracht.

 

 




 





Credits:
Inleiding: Karen Hagg
Muziek: 'Die Mij Droeg' Trijntje Oosterhuis
van het album: Mensen Veel Geluk

Liedtekst: Huub Oosterhuis
Vocals: Trijntje Oosterhuis
Componist: Tom Löwenthal
Piano: Hans Vroomans

Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 9 april 2021
 
 
 








Week 10 / 2021


De sprong wagen (III)

 

Een jaar na het begin van corona.
Een jaar vol wat we nooit hadden verwacht
en liever nooit hadden willen meemaken.

En juist nu mogen we de sprong wagen.
De sprong om te geloven dat het goed komt,
dat we het kunnen, jij en ik.

 

Ik geloof

 

Ik geloof in tegen bierkaaien vechten
In een wang voor een wang en een tand voor een tand
En ik geloof in het afstand doen van rechten
In de steun in de rug en in de helpende hand

ik geloof in het weerloze, breekbare kleine
ik geloof in het genadeloos oog voor detail
En ik geloof in het fijne nog verder verfijnen
In het zout in de wond en in twijfel gezaaid

En ik geloof in de steen in het stilstaande water 
ik geloof in voor alles en iedereen door het vuur,
ik geloof in verbeelding, ik geloof in theater 
en in schilderkunst en in literatuur

Ik geloof in ambitie en intuïtie
En ik geloof in het zorgenkind
Ik geloof in de toekomst en in de traditie 
In de man of de vrouw die de strijd aanbindt

en Ik geloof in afwijkend, ik geloof in bijzonder
Ik geloof in de kont en ik geloof in de krib
En ik geloof in het raadsel, ik geloof in het wonder
ik geloof in compassie, ik geloof in begrip

En met het risico dat ik voor gek word versleten
Geloof ik dat alles ooit mooi wordt en goed
Met de moed van de wanhoop en tegen beter weten in
Blijf ik geloven, omdat dat wel moet  
Ik blijf maar geloven omdat dat wel moet
Ik blijf maar geloven omdat ik wel moet

 





 





Credits:
Inleiding: Karen Hagg
Muziek "Ik geloof": Jeroen van Merwijk (1955-2021)
Versie: Leve Van Merwijk! Vrienden Zingen Jeroen
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 26 maart 2021

 

 






Week 8 / 2021


De sprong wagen (II)


Durven is even je evenwicht verliezen,
niet durven is jezelf verliezen.


Oude woorden van Søren Kierkegaard 
voor onderweg.
Voor elke keer dat je de sprong waagt
als iemand zegt: ga maar, je kunt het
en jij voorzichtig je eerste stap zet
de wijde wereld in,
op weg om 
anderen en jezelf te vertrouwen.

Voor elke keer dat
jij de sprong waagt
als iemand zegt: kom maar hier
en jij springt met bonzend hart,
adembenemend ver.

Voor elke keer dat jij en ik
het durven,
even ons evenwicht verliezen
op weg naar de volgende sprong.

 





Credits:
Tekst: Karen Hagg

Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 12 maart 2021

 





Week 6 / 2021

 

“We'll take this leap
and we'll see.
We'll jump
and we'll see.
That's life!”


De sprong wagen (I)


Vaker dan je denkt
waag je de sprong.
Ga maar, je kunt het, zegt iemand
en jij zet voorzichtig je eerste stap,
leert fietsen, lopen, zwemmen,
maar belangrijker nog:
leert anderen en jezelf vertrouwen.

Vaker dan je denkt
waag je de sprong.
Kom maar hier, zegt iemand,
en jij springt armen in,
huizen uit,
banen in,
adem in en uit.

Vaker dan je denkt
waag je de sprong
om te geloven
dat alles goed komt,
om te hopen
dat jij het kunt en volhoudt,
om lief te hebben,
dwars tegen feiten in.

Zo wagen we de sprong,
jij en ik,
zolang we leven-
zoals in dit gedicht:
 

Wij stonden aan weerszijden van een afgrond,
waren nog niemand voor elkaar, eerst riep jij
vragend mijn naam, ik schreeuwde ‘ja die ben ik’,
het knalde in de lucht, jij lachte vrolijk.

Toen zei je: kom dan, spring nu, en je strekte
je armen uit, naar mij. Nog is het toen
en zeg je: kom dan, spring, nu, en je strekt

je armen naar me uit, nog even wijd.

 





Credits:
Inleiding: Karen Hagg
Quote: 
Uit de film ‘Joe Versus the Volcano‘
Gedicht: Huub Oosterhuis
Illustratie: ZininOosterland


De volgende post verschijnt op vrijdag 26 februari 2021
 





Week 4 / 2021


Nieuw begin (II)


Een leeg jaar lag voor ons.
Zoveel goede voornemens,
zoveel hoop en verlangen,
zoveel nog mogelijk.
Zoveel momenten om in het kleine
het grote te ontdekken-
365 dagen lang.

Tot de werkelijkheid ons inhaalt.
Tot avondklok verschijnt
en de leegte en stilte van de avond
ook verstoord wordt.

Waar ben je, nieuw begin?

In woorden woon je,
zachte woorden die zijn als zoenen,
zachte handen die gebalde vuisten
openstrelen,
in mensen woon je,
die de avond denken
en steeds langer licht


 

Avondklok



Niet meer de straat op mogen, niet meer de ziel leeglopen en het
hart voller, het plantsoen liefkozen, niet meer een bezoek aan een
nachtvriend en samen besluiten dat het beter wordt, het wordt beter,
niet meer naar de winkel voor iets wat je bent vergeten, voor het praatje

bij de kassa over hoe het halfdonker zo machtigprachtig. Niet het stampen
door de modder als de dag je weinig goeds heeft gebracht, als je weer niet
hebt gezegd wat je kwijt wilt, als het wel anders en toch mooi maar je moe en
opgebrand, als de kinderen op bed liggen en je nu nog jezelf in slaap moet

wiegen. Niet meer door de lanen, langs weilanden, niet meer je jas aantrekken
en weten dat je rustiger terug zal keren, niet het licht uitknippen, tot straks,
tegen de kamers fluisteren, niet meer de dakloze op de hoek begroeten,
uit je broekzak wat warmte opdiepen, niet meer de lichturen als een draaiboek

doornemen en in gedachten onderstrepen wat goed en minder ging, hoe je
morgen alles anders zal doen, niet het toeknikken van de tegenliggers
die schuilgaan achter de haag van hun jaskraag, niet meer het dollen van wat
schooljongens die alle huiswerkregels uit zich jagen, die zich even vrij kunnen

bewegen, niet meer bij mensen naar binnen loeren en uitkiezen welk leven
je voor een week zou willen overnemen, bij welk gezin je het liefst aan tafel
wil aanschuiven en alle valkuilen en overwinningen bespreken, het interieur
bekijken, fantaseren dat als je later groot bent ook die lamp en die bank

en je daardoor eindelijk ergens thuiskomt, niet meer te mogen hardlopen en
jezelf vrijmaken van alle zorgen, niet de kus op de hoek met een beminde, niet meer
zwaaien als je bij iemand langsloopt die niet van het halfdonker houdt, die monsters
ziet, die zich eenzaam en miskend voelt, niet meer de straat op mogen. Ze zeggen:

denk je buiten, denk de wind door je haren, de regen, denk de zomer aan je zijde,
denk de dagen langer en niet versomberen, denk aan hoe je straks terugkijkt op
deze tijd, aan hoe bijzonder dat we met zijn allen binnen en er doorheen zijn gekomen,
denk je bij iemand die warm en zacht, denk je de avond en steeds langer licht.





Credits:
Tekst 'Nieuw begin': Karen Hagg
Tekst 'Avondklok': Marieke Lucas Rijneveld  (Trouw, 23/01/21)
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 12 februari 2021
 







Week 3 / 2021


Nieuw begin


Een leeg jaar ligt voor ons.
Zoveel goede voornemens,
zoveel hoop en verlangen,
zoveel nog mogelijk.
Zoveel momenten om in het kleine
het grote te ontdekken-
365 dagen lang.


 

De bloemenvrouw


Ze schikt de bloemen.
Zorgvuldig en zorgzaam streelt ze elke tak,
kiest een plek voor elke bloem.

Van een afstand kijkend door haar oogharen
nog niet tevreden,
rangschikt ze opnieuw het boeket.

Het zijn zomaar bloemen,
zou je kunnen zeggen,
maar zij weet wel beter.

In de vaas van haar moeder
schikt ze de bloemen zoals zij ooit deed
in een ver verleden.

Elke bloem een nieuw begin, 
nieuwe kans,
nieuwe herinnering

in wit, kleur van verwondering,
onschuld,
licht.


 




Credits:
Teksten: Karen Hagg
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 29 januari 2021









Week 1 / 2021



Niets en nieuw


Veel is er niet veranderd in één nacht.
De huizen staan wat bij elkaar
en druipen stil en zwijgen maar
en spiegelen wat somber in de gracht.

Veel is er niet veranderd, dat is waar.
Toch heeft de nacht iets wonderlijks gebracht:
er is ineens een heel nieuw jaar dat wacht...
Er kan zoveel gebeuren in een jaar!

Zorg dat je wakker bent.
En klaar.





Credits:
Gedicht: 
Hans Kuyper
Illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 15 januari 2021

 

 




Week 52 / 2020


Vindplaats van hoop  (slot)

 

Op weg naar het slot van een vreemd jaar,
vol herinneringen aan wat we liever nooit hadden gezien,
gehoord, meegemaakt,
vol herinneringen óók aan onverwacht houvast,
nieuwe wegen van aandacht, vriendschap, liefde,
zoeken we naar vindplaatsen van hoop.
Zo vaak is hoop onvindbaar.
Ontelbaar de momenten dat jij en ik niet meer weten
waar we haar moeten zoeken.
Toch geven we niet op.
Op weg naar het slot van een vreemd jaar
wordt het ook nu kerst.




Eindelijk, daar ben je


Aardedonker is het.
Geen hand voor ogen te zien,
tot jij verschijnt.

Stap voor stap 
kom je dichterbij
en zaai jij licht.

Donker gaat opzij voor jou.
Licht danst ons tegemoet.
Kleine vlam van hoop

speelt en streelt en deel
jij uit aan wie erin gelooft.
Zo wordt het Kerst-

ook nu.

 



Credits:
Tekst: 
Karen Hagg
Video en illustratie: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 1 januari 2021
 
 



Week 51 / 2020


Vindplaats van hoop  (V)

 

Op weg naar het slot van een vreemd jaar,
vol herinneringen aan wat we liever nooit hadden gezien,
gehoord, meegemaakt,
vol herinneringen óók aan onverwacht houvast,
nieuwe wegen van aandacht, vriendschap, liefde,
zoeken we naar vindplaatsen van hoop.
Zo vaak is hoop onvindbaar.
Ontelbaar de momenten dat jij en ik niet meer weten
waar we haar moeten zoeken.
Toch geven we niet op.
Op weg naar het slot van een vreemd jaar
gaan we ook nu op reis naar kerst,
omringd door donker. 
Zal hoop zich laten vinden of vindt zij ons?



Ode aan het donker

 

Denkend aan jou zie ik eerst
zwart overal, geen hand voor ogen,
stommelend en struikelend
je weg vinden door de kamer,

jou vervloekend als ik me stoot
aan de tafel op de vertrouwde plek,
omdat jij steeds opnieuw verwarring zaait
en niets bij jou hetzelfde blijft.

En toch, toch bezing ik jou ook,
want waar zouden we zijn zonder jou?
Hoe zouden we hoop kunnen vinden,
waar zouden we kunnen schuilen buiten jou?

Zonder jou waren we nergens.
Omdat jij bestaat, krijgt het licht gezicht.
Omringd door jou zien we pas echt.

Daarom: omring ons, omhul ons,
bescherm ons, omarm ons
tot het ons daagt als nooit-

lichtjes dansend in bomen en ogen,
maan aan de hemel,
ster die de weg wijst
naar huis.






Credits:
Teksten Karen Hagg

Beeld: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op donderdag 24 december.
 




Week 50 / 2020


Vindplaats van hoop  (IV)

 

Op weg naar het slot van een vreemd jaar,
vol herinneringen aan wat we liever nooit hadden gezien,
gehoord, meegemaakt,
vol herinneringen óók aan onverwacht houvast,
nieuwe wegen van aandacht, vriendschap, liefde,
zoeken we naar vindplaatsen van hoop.
Zo vaak is hoop onvindbaar.
Ontelbaar de momenten dat jij en ik niet meer weten
waar we haar moeten zoeken.
Toch geven we niet op.
Op weg naar het slot van een vreemd jaar
gaan we ook nu op reis naar kerst,
omringd door donker. 
Zal hoop zich laten vinden of vindt zij ons?



Ode aan het licht

 

Ook voor jou geldt
dat we pas weten wat we missen
als je er niet bent.

Nu de nachten langer zijn
dan de dagen,

omhelzen verder weg
dan ooit verwacht,

nu het nog geen kerst is
en geen ster te zien,

wijzen onvindbaar 
en engelen onzichtbaar,

nu missen we jou 
onuitsprekelijk.

Waar jij bent, is hoop nooit ver.
Wie jou vindt, mag zich gelukkig prijzen.

Daarom missen we jou net zo lang

tot je er weer bent.

Kom je gauw? 





Credits:
Teksten Karen Hagg

Beeld: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 18 december.
 




Week 49 / 2020


Vindplaats van hoop  (III)

 

Op weg naar het slot van een vreemd jaar,
vol herinneringen aan wat we liever nooit hadden gezien,
gehoord, meegemaakt,
vol herinneringen óók aan onverwacht houvast,
nieuwe wegen van aandacht, vriendschap, liefde,
zoeken we naar vindplaatsen van hoop.
Zo vaak is hoop onvindbaar.
Ontelbaar de momenten dat jij en ik niet meer weten
waar we haar moeten zoeken.
Toch geven we niet op.
Op weg naar het slot van een vreemd jaar
gaan we ook nu op reis naar kerst,
omringd door donker van korte dagen en lange nachten. 
Zal hoop zich laten vinden of vindt zij ons?


 

Er zijn dagen dat ik haar meerdere keren ontmoet,
als ze wanhoop de deur wijst,
eigenzinnig het leven opschudt en dromen van stal haalt.
Er zijn ook dagen dat zij zich verbergt,
of kijk ik dan de verkeerde kant op?
Komt ze me tegemoet in weiland en water en vogels,
in stralen zonlicht onder grijze hemel,
in stemmen van mensen onderweg die mijn groet beantwoorden
en even geen vreemden zijn?
Knipoogt ze van achter ramen waar onbekende handen
lichtjes hebben opgehangen, sterren in het donker,
waar verwachting woont dat het ook dit jaar waar is,
dat de langste nacht voorbij gaat?
Zal ze ons niet vergeten en ons blijven begroeten,
alle verplichte afstand aan haar laars lappen
en ons met open armen tegemoet komen?
Zij helpt het ons hopen. 





Credits:
Teksten Karen Hagg

Beeld: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 11 december.

 

 





Week 48 / 2020


Vindplaats van hoop  (II)

 

Op weg naar het slot van een vreemd jaar,
vol herinneringen aan wat we liever nooit hadden gezien,
gehoord, meegemaakt,
vol herinneringen óók aan onverwacht houvast,
nieuwe wegen van aandacht, vriendschap, liefde,
zoeken we naar vindplaatsen van hoop.
Zo vaak is hoop onvindbaar.
Ontelbaar de momenten dat jij en ik niet meer weten
waar we haar moeten zoeken.
Toch geven we niet op.
Op weg naar het slot van een vreemd jaar
gaan we ook nu op reis naar kerst,
omringd door donker van korte dagen en lange nachten. 
Zal hoop zich laten vinden of vindt zij ons?
Soms valt ze ons toe
in een beeld,
iets liefs in je oor,
een vergezicht,
een gedicht over winter, 
sneeuw en hoopvol licht:
 


Winter 


winter. je ziet weer de bomen
door het bos, en dit licht 
is geen licht maar inzicht:
er is niets nieuws 
zonder de zon. 

En toch is ook de nacht niet 
uitzichtloos, zolang er sneeuw ligt 
is het nooit volledig duister, nee, 
er is de klaarte van een soort geloof 
dat het nooit helemaal donker wordt. 
Zolang er sneeuw is, is er hoop. 






Credits:
Inleiding: Karen Hagg

'Winter': Herman de Coninck
Beeld: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 4 december.
 






Week 46 / 2020


Vindplaats van hoop  (I)

 

Op weg naar het slot van een vreemd jaar,
vol herinneringen aan wat we liever nooit hadden gezien,
gehoord, meegemaakt,
vol herinneringen óók aan onverwacht houvast,
nieuwe wegen van aandacht, vriendschap, liefde,
zoeken we naar vindplaatsen van hoop.
Zo vaak is hoop onvindbaar.
Ontelbaar de momenten dat jij en ik niet meer weten
waar we haar moeten zoeken.
En toch...soms valt ze ons toe
in een lied, een gedicht, een beeld,
iets liefs in je oor,
een vergezicht.
Soms zingt ze ons tegemoet in liedjes van verlangen
die in je hoofd en hart blijven wonen
tot je ze gelooft.

 



Voor degene in een schuilhoek achter glas
Voor degene met de dichtbeslagen ramen
Voor degene die dacht dat ie alleen was
Moet nu weten, we zijn allemaal samen

Voor degene met 't dichtgeslagen boek
Voor degene met de snelvergeten namen
Voor degenen die 't vruchteloze zoeken
Moet nu weten, we zijn allemaal samen

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Niet zonder ons


Voor degene met de slapeloze nacht
Voor degene die 't geluk niet kan beamen
Voor degene die niets doet, die alleen maar wacht
Moet nu weten, we zijn allemaal samen

Voor degene met z'n mateloze trots
In z'n risicoloze hoge toren
Op z'n risicoloze hoge rots
Moet nu weten, zo zijn we niet geboren

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Niet zonder ons


Voor degene met 't open gezicht
Voor degene met 't naakte lichaam
Voor degene in 't witte licht
Voor degene die weet, we komen samen

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder
Niet zonder ons


Niet zonder ons

 





Credits:
Inleiding: Karen Hagg
Liedtekst: Ramses Shaffy
Beeld: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 27 november.
 

 




Week 44 / 2020


De tuinen van verdriet  (III)

 

Ook in tuinen 
van verdriet
blijft de klaproos 
van herinnering
in de warmste tinten bloeien.

 

De komende tijd reizen deze dichtregels van Kris Gelaude 
met ons mee, op weg naar Allerzielen.
We staan even stil en wandelen
door de tuinen van verdriet.


Weer Allerzielen.
Weer sta ik voor het hek van de tuinen van verdriet.
Wil ik wel naar binnen?
Het wordt niet gevraagd.
Ik sta voor het hek en ook als ik aarzel 
zwaait het hek vanzelf open.
Allerzielen.
Moment om stil te staan bij jou,
of ik nu wil of niet.
Moment om de klaprozen van herinnering te zoeken, te plukken
en de tranen te proeven.
Zout en zoet, zuur en zeer-
alles stroomt, alles komt voorbij.
Allerzielen.
Ik duw het hek open en wandel de tuinen in.
Je sterfdag, je grafsteen, je as, je gezicht-
ik kan het wel dromen en toch overvalt me
soms of vaak nog steeds de pijn, de waarheid,
het gemis, je afwezigheid.
Allerzielen.
Zal het ook dit jaar gebeuren
dat je me tegemoet komt,
glimlachend je hand uitsteekt,
me meeneemt naar ons bankje,
zonder iets te zeggen een lichtje aansteekt?
Brandt het voor jou, voor mij, voor ons?
Zwijgend kijken we ernaar.
Het lichtje danst, flakkert, troost.
Licht dat vertelt van liefde.
Samen zitten we daar in het licht.
Als het donker wordt en ik het hek uitloop,
op weg naar huis, 
waar jij niet bent en toch ook wel,
zwaai jij me uit. 
Ook als ik niet omkijk, weet ik dat je zwaait.
Je zult me blijven groeten en ik jou.
Thuis steek ik weer een lichtje aan
en zwaai terug.
Zo wordt het ook dit jaar Allerzielen.
Zo zul je ook dit jaar bij me zijn,
verbonden onze namen, als ooit in ver begin.

 



Brand een kaarsje



Credits:
Tekst: 
Karen Hagg
Beeld: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 13 november.
 






Week 42/  2020


De tuinen van verdriet  (II)

 

Ook in tuinen 
van verdriet
blijft de klaproos 
van herinnering
in de warmste tinten bloeien.


 

De komende tijd reizen deze dichtregels van Kris Gelaude 
met ons mee, op weg naar Allerzielen.





Het leek een gewone dag in de tuinen.
De zon scheen en ik wandelde langs de inmiddels vertrouwde paden
waar de klaprozen bloeiden met het rood van de liefde.
Opeens betrok de lucht.
Regen, wind overviel me zonder plek om te schuilen.
Was het omdat het verdriet om jou meer dan ooit
onder m'n huid kroop?
Midden in dat noodweer was jij bij mij.
Niet uit te leggen, maar wonderlijk waar.
Die dag praatte ik met jou of je naast me liep.
Dat ik je niet missen kon, vertelde ik
en zag je voor me met m'n ogen dicht,
kon je voelen met m'n hart op slot.
Door de wind, door de regen,
dwars door alles heen
was ik niet alleen.
Je zaaide woorden in m'n hart die dag
die ik nooit vergeten zal.
Oude woorden uit een lied waaiden naar me toe
en zingen jou in mij.
Dwars door afstand, leegte, stilte heen
zing jij sindsdien in mij.

 



Credits: Karen Hagg met inspiratiebron de liedtekst "Door de wind" van Stef Bos.
Beeld: ZininOosterland
Audio: 
"Door de wind" - Miss Montreal.

De volgende post verschijnt op vrijdag 30 oktober.

 

 



Week 40 /  2020


De tuinen van verdriet  (I)

 

Ook in tuinen 
van verdriet
blijft de klaproos 
van herinnering
in de warmste tinten bloeien.


 

De komende tijd reizen deze dichtregels van Kris Gelaude 
met ons mee, op weg naar Allerzielen.

We staan even stil en wandelen
door de tuinen van verdriet.
Ik hoef je niet te vertellen hoe je daar komt,
want je weet de weg.
Ik hoef je niet te vertellen dat ze bestaan,
want je kent ze,
soms beter dan je zou willen.
Ooit zette je je eerste stappen in de tuin
van verdriet. Weet je het nog?
Ieder van ons draagt aan dat moment 
eigen verhalen en herinneringen mee
en hoe ouder je wordt, hoe vaker afscheid gebeurt.
Met kleine of grote stappen 
worden de tuinen van verdriet bekend terrein.
Voor sommigen van ons zijn 
de voetstappen die je er hebt staan ontelbaar. 
Voor anderen zijn de tuinen van verdriet minder bekend terrein.
En toch… we komen er allemaal terecht, 
vroeger of later. 
Soms dwaal je er verloren en eenzaam rond,
zijn er vooral tranen die je er zaait. 
Toch kan ook daar het wonder gebeuren
dat je er anderen ontmoet.
Soms bloeit er dan midden in de tuin iets moois: 
troostbloemen, vriendschapsboom, houvaststruik.
Je zult het zien!

 


Credits:
Tekst: 
Karen Hagg
Beeld: 'Tuinen van verdriet'  ZininOosterland 2020

De volgende post verschijnt op vrijdag 16 oktober 2020

 

 







Week 38 /  2020


Pleisterplaats (VIII)


Reizen. Je kunt het letterlijk en figuurlijk doen. Letterlijk is het nu omringd door voorschriften en onzekerheid. Gelukkig kunnen we in ons hoofd en hart alle kanten op, zoals in dit gedicht:
 

 

Praat dan wat


Soms gaat alles mis 
en dan doe ik toch jouw huis weer aan 
soms gaat alles mis 
maar kan ik weer bij jou naar binnen gaan 

Praat dan wat, zeg dan wat 
jij blijft toch degeen in wie ik geloof 
praat nog wat, zeg nog wat 
en wil ik weer eens weg, hou je dan doof 

Jij weet alles al 
weet het voor mijn allereerste woord 
vreemd ... de stilte hier 
geeft me het gevoel dat je me hoort 

Praat dan wat, zeg dan wat 
jij alleen toch kent mijn andere kant 
praat nog wat, zeg nog wat 
jij alleen weet raad als het schip strandt 

Praat nog wat, zeg nog wat 
jij bent de enige die ik vertrouw 
praat nog wat, zeg nog wat 
als er nog troost bestaat, is die bij jou 
want jij bent het enige 
waar ik op bouw

 


Credits:
Gedicht: 
Herman van Veen
Beeld: 'Praat dan wat'  ZininOosterland 2020

De volgende post verschijnt op vrijdag 2 oktober 2020
 
 

 








Week 36 /  2020

 

Altijd onderweg


Altijd onderweg ook tegenwind,
Tegenslag, tegenstand
Ongewild en onverwacht

Altijd onderweg ook wanhoop,
Loden last die niet te tillen lijkt,
Ongeluk dat huist in elke voetstap

Altijd onderweg ook dat en weten
Dat het voorbijgaat, dat er dag komt
Waarop alles weer licht te dragen is

Altijd onderweg daarop vertrouwen,
Jezelf toespreken, moed inprenten,
Dagelijkse taak die meereist

Altijd onderweg zal het zo zijn.
Ik kan het niet mooier maken,
Dat weet je. 

Ga je mee? 

 


 


Credits:
Gedicht: 
Karen Hagg, september 2020
Beeld: 'Ga je mee?'  ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 18 september







Week 34 /  2020


Pleisterplaats (VI)


Reizen. Je kunt het letterlijk en figuurlijk doen. Letterlijk is het nu omringd door voorschriften en onzekerheid. Gelukkig kunnen we in ons hoofd en hart alle kanten op, zoals in dit gedicht:
 

 

Reisopdracht


en als je weggaat...

regen, er dreigt regen,
storm blaast zand
over de wegen,
men moet z’n ogen beschermen.
angstige vogels zwermen
boven het land.
de lucht is zwart.

...zeg langzaam:
Ik hou van regen.
Ik hou van storm.
Ik ben niet bang.

 

 


Credits:
Gedicht: 
Riekus Waskowsky (1932-1977)
Beeld: 'Ik ben niet bang'  ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 4 september

 









Week 32 /  2020


Pleisterplaats (V)



In de lege kerk
Steek ik een kaars aan.
Levend licht danst in de ruimte.
Voor wie?

Namen buitelen door mijn hoofd
Dode geliefden lopen rond,
Staan stil bij de kaars,
Kijken me aan

Ze krijgen gezelschap 
Van levenden die in mijn hart wonen
En daar nooit meer vertrekken

Levend dansend licht in de lege kerk
Vertelt wie mij omringt
En dat ik niet alleen ben

Pleisterplaats voor het hart

 



Credits: Gedicht: Karen Hagg
Beeld: ZininOosterland

De volgende post verschijnt op vrijdag 21 augustus








Week 31 /  2020


Pleisterplaats (IV)


Op zoek naar pleisterplaats een gedicht. Wat gun ik jou en mij zulke momenten: pleisterplaats voor de ziel



Zo'n gelukkige dag,
De mist was vroeg gezakt, ik werkte in de tuin.
De kolibries stonden stil boven de bloeiende kamperfoelie.
Er was geen ding op aarde dat ik zou willen hebben.
Ik kende niemand die het benijden waard was.
Wat aan kwaad was geschied, had ik vergeten.
Ik schaamde mij niet bij de gedachte dat ik was wie ik ben.
Ik voelde nergens in mijn lichaam pijn.
Toen ik mij oprichtte, zag ik de blauwe zee en zeilen.

 


Credits: Gedicht: Czeslaw Milosz
Beeld: ZininOosterland
 



Week 30 /  2020

Pleisterplaats (III)


Ergens onderweg heb je plekken nodig, waar je even kunt stoppen
Om uit te rusten en op adem te komen, om daarna weer verder te gaan.
Zo’n plek noem je een pleisterplaats.
Je vindt ze in vele gedaanten, letterlijk en figuurlijk.
Een plek in de schaduw of juist in het licht,
Een cafeetje met verse koffie of een koud drankje dat je dorst lest,
Een kerk waar je ziel tot rust komt,
Regels uit een boek, een lied,
Een mens bij wie je even mag schuilen
Een kunstwerk dat zegt waar je geen woorden voor hebt.
De komende weken reizen we langs pleisterplaatsen
Op zoek naar schoonheid en troost.

 

Trekvogels 


Altijd onderweg
Van noord naar zuid
Of omgekeerd

Zoekend naar voedsel
Houvast
Een plek om te schuilen

Altijd onderweg
Bijna te moe om te vliegen soms
Maar we houden vol

Trekvogels
Jij en ik

Altijd onderweg
Naar pleisterplaats

Naar huis




Credits:
Tekst: Karen Hagg
Beeld: 'Trekvogels' Remco Zwart
 





Week 29 /  2020
 

Pleisterplaats (II)


Ergens onderweg heb je plekken nodig, waar je even kunt stoppen
Om uit te rusten en op adem te komen, om daarna weer verder te gaan.
Zo’n plek noem je een pleisterplaats.
Je vindt ze in vele gedaanten, letterlijk en figuurlijk.
Een plek in de schaduw of juist in het licht,
Een cafeetje met verse koffie of een koud drankje dat je dorst lest,
Een kerk waar je ziel tot rust komt,
Regels uit een boek, een lied,
Een mens bij wie je even mag schuilen
Een kunstwerk dat zegt waar je geen woorden voor hebt.
De komende weken reizen we langs pleisterplaatsen
Op zoek naar schoonheid en troost.


Ergens op reis -
avondwandeling met schaduw
Deuren van een kerk die open staan

Binnen desinfectieflesjes aan oude muren,
Zomaar boven grote schelp, symbool van pelgrimsreis
Beelden van vroeger en vandaag raken elkaar

Banken vol rode kruizen, lege plek in het midden.
Hier mag je zitten, fluistert de bank
En voorzichtig zit ik en kijk

Pracht en praal voorin bij het altaar
Wit en goud dat er blinkt 
Madonna en gekruisigde vertrouwde twee-eenheid

Achterin boven mij het stemmen van het orgel.
Steeds één toon die aanhoudt, gevolgd door een ander.
Stem in een taal die ik niet ken geeft de toon aan.

In de schemer zit ik, kijk, luister, klank omarmt mij,
dierbaren van voorbij omringen mij,
wereld buiten vervaagt en zwijgt

Dan gebeurt waar ik op wacht, hoop
Het stemmen is voorbij, het orgel klinkt voluit
Muziek van boven valt me toe

Even klopt alles,
Even is alles goed
Zomaar ergens op reis 




Credits: Tekst en beeld: Karen Hagg

 







Week 28 /  2020
 

Pleisterplaats (I)


Onderweg van nergens naar ooit
Verlangen we naar een plek
Waar je welkom bent

Deur die open staat
Stem die zegt: hee, ben je daar
Hand die uitnodigend open gaat

Onderweg van nergens naar ooit
Verlangen we naar een plek
Die lijkt op vroeger

Die lijkt op dat ene moment
Dat je valt en je knie kapot is
En je huilend naar huis rent

En dat er dan een lief iemand is
Die een pleister plakt 
En teder een kusje geeft op de zere plek

Onderweg van nergens naar ooit
Verlangen we naar een plek
Die pleisterplaats heet

Waar jij en ik welkom zijn
Kusjes krijgen op onze zere plekken-
eindelijk thuis

 


Credits: Teksten: Karen Hagg
Beeld: ZininOosterland
 

 



Week 27 /  2020


In 2020 zou beeldend kunstenaar Jan Grotenbreg exposeren in Oosterland. Vanwege de coronamaatregelen werd de expositie afgelast. Voor de lege kerk stuurde hij ons een aantal schilderijen ter inspiratie. Schilderijen die, zoals hij schrijft, associaties oproepen t.a.v deze coronatijd, waarin vervreemding, afgesloten zijn en onzekerheid een belangrijke rol spelen, maar ook kunnen leiden tot inkeer, zelfonderzoek, bewustzijnsverruimend en meditatie. De interpretatie laat hij graag aan de toeschouwer over. Wij kozen voor deze week het schilderij van de ibis. Jan Grotenbreg zegt daarover: een recent schilderij in deze tijd geschilderd, waarbij de ibis steeds witter werd, enigszins dreigend door de zwarte snavel en onverwacht vanuit de wolken tevoorschijn komt.
 


Ibis


Vanuit het niets doemt donker op
Wit gaat op in wit
Alles kabbelt, stroomt
Tot zwart verschijnt,
Dood en verderf zaait 
En ons verbijsterd achterlaat

Of is het omgekeerd?
Dat achter zwart dat angst aanjaagt
Altijd nog wit schuilgaat,
Horizon van licht,
Einder van liefde,
Jouw hand in de mijne

Ibis,
Leer mij kleur bekennen.





Credits: Tekst: Karen Hagg
Beeld: 'Ibis' van Jan Grotenbreg, Amsterdam 2020

(De grote overzichtsexpositie van Jan Grotenbreg in Oosterland die deze zomer zou plaatsvinden
wordt verplaatst naar zomer 2021)

 
 



Week 26 /  2020


Leven in tijden van Corona (IV)


We mogen weer meer naar buiten en tegelijk is ons leven nog verre van normaal. We kunnen meer samen zijn en tegelijk zijn we nog steeds meer dan ooit op onszelf teruggeworpen. Hoe hou je dat vol? Welke keuzes maak je? Wat of wie is nu voor jou van waarde? Wat mis je? Wat vind je? Wie of wat doet er nu toe en geeft zin aan je bestaan? De komende weken maken we ruimte om stil te staan bij de vragen die deze tijd oproept en de nieuwe inzichten die ons juist nu toevallen. 
 


Huidheimwee (II)


Weet je wat me troost?
Dat jij, dat ik, dat wij niet de eersten,
niet de enigen zijn die verlangen naar iemand die je echt ziet,
je raakt en aanraakt.
Eeuwenoud is ons huidheimwee.
Eeuwenoud de liedjes van verlangen die we
in onszelf zingen, fluisteren.
Hoogliedjes van verlangen die aan komen waaien van ver,
uit bijbelse tijden, een ander land, een andere tijd.
Herdicht in woorden van vandaag.



Je zoenen zijn zoeter dan
zoeter dan honing en ik vind je
mooier en liever, liever
en aardiger nog dan de koning.
We gaan samen liggen
een eind hier vandaan
we maken van takken
van takken en blaadjes
een vloer en een dak,
dat was onze woning,
of ik was het tuintje
en jij was de tent
daar gingen wij wonen
en blijven en horen
o rep je mijn liefje
ik heb je zo graag
nu of nooit samen slapen
want we zijn er
alleen maar vandaag.

 


Credits: Tekst inleiding:  Karen Hagg
Beeld: ZininOosterland
Gedicht:
Judith Herzberg (Bewerking van het Hooglied, 1971)

 



Week 25 /  2020


Leven in tijden van Corona (III)


We mogen weer meer naar buiten en tegelijk is ons leven nog verre van normaal. We kunnen meer samen zijn en tegelijk zijn we nog steeds meer dan ooit op onszelf teruggeworpen. Hoe hou je dat vol? Welke keuzes maak je? Wat of wie is nu voor jou van waarde? Wat mis je? Wat vind je? Wie of wat doet er nu toe en geeft zin aan je bestaan? De komende weken maken we ruimte om stil te staan bij de vragen die deze tijd oproept en de nieuwe inzichten die ons juist nu toevallen. 
 


Huidhonger:
een woord dat rondzingt in deze tijden van corona.
Iedereen weet wel ongeveer wat het betekent:
honger naar huid, aanraking, de nabijheid van een warm lief mens.
Wie het woord ooit bedacht heeft? Geen idee.
Bestaat er ook een ander woord voor?
Een woord dat wordt geboren in je hart en naar buiten wil?
Wie weet...
 


Ze noemen het huidhonger.
Ik noem het heimwee.
Heimwee naar huid.
Heimwee naar een simpele handdruk,
een omhelzing,
een aai over je bol,
een arm om je schouder als je huilt.
Heimwee naar hand zonder bijbedoeling,
net zo vanzelfsprekend als je een kat aait.
Heimwee naar vroeger,
toen we niet met een boog om elkaar heen liepen,
toen we elkaar letterlijk een handje konden helpen,
toen je alleen kon zijn
en toch aangeraakt werd zonder gêne
door een collega, vriend of vriendin, een buurvrouw of…
Zomaar aangeraakt: taal zonder woorden,
hartelijkheid in huid gevat.
Heimwee heb ik,
huidheimwee.

 


Credits: Tekst: Karen Hagg
Beeld: ZininOosterland
Lyrics: Christina Rosetti (1830-1894)

 



Week 24 /  2020


Leven in tijden van Corona (II)


We mogen weer meer naar buiten en tegelijk is ons leven nog verre van normaal. We kunnen meer samen zijn en tegelijk zijn we nog steeds meer dan ooit op onszelf teruggeworpen. Hoe hou je dat vol? Welke keuzes maak je? Wat of wie is nu voor jou van waarde? Wat mis je? Wat vind je? Wie of wat doet er nu toe en geeft zin aan je bestaan? De komende weken maken we ruimte om stil te staan bij de vragen die deze tijd oproept en de nieuwe inzichten die ons juist nu toevallen. 
 


Thuis
Is thuis nu een veilige plek,
of komen de muren op je af?
Is thuis schuilplaats, rustplaats, of juist niet?
Waar ben je echt thuis en met wie? 
Is thuis een plek, of een gevoel? Ben je er al of ben je op zoek?
Voor onderweg dit gedicht:

 


Thuis


Alsof je een plek bereikt.
Om je heen kijkt en weet
dat je thuis bent.

Een weiland, vergeten
langs duinen en bosrand,
iemand buigt tussen jou
en een feest - op zoek
naar de wijn, een gezicht
wordt zijn eerste woorden,
wat geschreven werd voor jou
door een nooit gevoelde hand.

Alsof je dit al kende
voor je het zag. Er geweest was
voor je er zou komen.

Zo thuis

 


Credits: Gedicht: Kees Spiering
Beeld: ZininOosterland

 



 



Week 23 /  2020


Leven in tijden van Corona (I)


We mogen weer meer naar buiten en tegelijk is ons leven nog verre van normaal. We kunnen meer samen zijn en tegelijk zijn we nog steeds meer dan ooit op onszelf teruggeworpen. Hoe hou je dat vol? Welke keuzes maak je? Wat of wie is nu voor jou van waarde? Wat mis je? Wat vind je? Wie of wat doet er nu toe en geeft zin aan je bestaan? De komende weken maken we ruimte om stil te staan bij de vragen die deze tijd oproept en de nieuwe inzichten die ons juist toevallen. 


Verhalen van 'gewoon maar thuis'


Nu onze omgeving zo plots is stilgevallen, rijst bij velen het besef hoezeer deze omgeving impact heeft op wie we zijn, hoe we ons voelen, en vallen wij noodgedwongen ook stil. Je verandert plots als mens. Wat het ons misschien leert is, dat het bijzondere, het avontuurlijke niet altijd elders te vinden is, maar dat schoonheid ook juist in de verstilling zit. In het lokale, in het nabije. Ons leven is normaal gesproken zo vol van activiteiten dat we hier nauwelijks tijd voor hebben om bij stil te staan. En nu, noodgedwongen alles stilstaat is het de uitdaging om te zien dat het avontuur ook dichtbij kan zijn. 

Het zit in onze tijd en cultuur om alles altijd maar vloeibaar te maken. Om maar de hele tijd in beweging te zijn. Om flexibel van het een naar het ander over te stappen. We zijn flexibel in relaties, flexibel in werk, flexibel in opleiding. Dat is eigen aan onze tijd. Dat levert veel op maar je verliest er ook mee. Je verliest de langere duur. Je verliest om te ervaren wat het is om langdurig in dezelfde buurt te wonen. Als je iets lang doet, ontstaan er dingen die niet ontstaan in korte perioden. Als je dertig jaar in een buurt woont, dan heb je kinderen zien opgroeien. Dan zijn er relaties met buren opgebouwd waarin je weet dat zij elkaar zullen helpen wanneer de nood aan de man is. Die verbondenheid, die echt te maken heeft met duur en stabiliteit, die verdwijnt als alles flexibel en kortstondig is.

Een leven is beperkt, is begrensd. Dromen van verre reizen naar Afrika, of Azië, terwijl je diep van binnen weet dat dat waarschijnlijk nooit gaat gebeuren. En is dat erg? De grote betekenis van het leven zit niet in het reizen. De betekenis zit veel meer in goede verhalen vertellen. Maar het zit heel erg in onze cultuur te denken dat je alleen maar goede verhalen kunt vertellen als je de hele wereld afgereisd hebt. Maar je kunt ook, door alleen maar op de hoek van je straat of in je tuin te staan, héle goede verhalen vertellen. Deze kunst, om elkaar verhalen te vertellen over wat het is om ’gewoon maar thuis’ te zijn, hebben we elkaar helaas niet erg eigen gemaakt. En het kan best zijn dat dat nét zoveel avontuur oplevert, en net zoveel goede verhalen als wanneer je de hele wereld afreist…

 


Credits: Tekst: n.a.v. een interview met Marli Huijer
Beeld: ZininOosterland

 

 




Week 22 /  2020


Kun je misschien iets liefs zeggen? (IV)


We werden geinspireerd door deze zin in een column die we tegenkwamen in een krant. 
Een mooie zin die ons als thema de komende weken vergezelt vanuit de lege kerk.
 

Onlangs schreef Ilja Leonard Pfeijffer een column in het NRC handelsblad met als titel “Kun je misschien iets liefs zeggen?” Hij verhaalt daarin over Anna die vanuit Genua, waar zij werkt in een schoonheidssalon, naar Sardinië gaat om haar stervende vader te bezoeken. Zij komt te laat. Door de Corona crisis is zij niet in staat terug te reizen naar Genua bovendien heeft zij geen geld meer. Zij vertelt haar bazin aan de telefoon dat zij het liefst zou willen werken, maar ja… Dan zegt zij tegen haar bazin: “Kun je misschien iets liefs zeggen?”


 

Kun je misschien iets liefs zeggen? 
Van ver of dichtbij wandelen deze woorden
op een dag je leven binnen.
Onontkoombaar.
Kijk ze daar zitten tegenover jou.
Woorden met ogen die je blijven aankijken,
wachtend op je antwoord.
Ook als ze nooit eerder op bezoek kwamen,
zijn ze altijd al tussen de regels door
bij je geweest.

Na een ruzie
Na een trap op een ziel
Na verpletterend nieuws
Na doodse stilte
Na ontelbare momenten
Die alleen jij kent.

Kun je misschien iets liefs zeggen?
Of je nu wilt of niet, 
vragend zullen deze woorden je blijven aankijken
tot diep in jou
antwoord geboren wordt.

 


Credits: Tekst: Karen Hagg
Beeld: ZininOosterland








Week 21 /  2020


Kun je misschien iets liefs zeggen? (III)


We werden geinspireerd door deze zin in een column die we tegenkwamen in een krant. 
Een mooie zin die ons als thema de komende weken vergezelt vanuit de lege kerk.
 

Onlangs schreef Ilja Leonard Pfeijffer een column in het NRC handelsblad met als titel “Kun je misschien iets liefs zeggen?” Hij verhaalt daarin over Anna die vanuit Genua, waar zij werkt in een schoonheidssalon, naar Sardinië gaat om haar stervende vader te bezoeken. Zij komt te laat. Door de Corona crisis is zij niet in staat terug te reizen naar Genua bovendien heeft zij geen geld meer. Zij vertelt haar bazin aan de telefoon dat zij het liefst zou willen werken, maar ja… Dan zegt zij tegen haar bazin: “Kun je misschien iets liefs zeggen?”


Wij vroegen ds. Carel ter Linden om een tekst bij dit thema en zijn blij met zijn bijdrage:

"Uw prachtige kerk, zo onverwacht groot en hoog in het landschap, staat nog op mijn netvlies. Ooit mocht ik er gedichten voordragen, samen met een pianiste, die muziek had gekozen als een klankvolle illustratie bij de tekst. En nu mag ik weer even in uw midden zijn, gevraagd om een woord van bemoediging. Een lief woord in een nog onbegrensde tijd die niet lief voor ons is. Na enig denken koos ik voor dit gedicht, dat ik eigenlijk nooit voorlees, omdat het me voor zo’n samenzijn iets te persoonlijk lijkt. Maar misschien hebben we juist aan dat persoonlijke nu meer dan ooit behoefte. Misschien is het niet eens een echt gedicht, maar het is ook iets meer dan een kort verhaal. Het was de eerste maal dat we na de dood van mijn vrouw met mijn kinderen niet thuis kerstmis vierden, maar in het appartement van mijn nieuwe partner, waarheen ik inmiddels na een paar jaar was verhuisd. Soms doe ik een paar maanden over een gedicht, dit schreef ik ’s nachts in een kwartier. Ik koos dit gedicht, omdat verdriet daarin niet het laatste woord heeft."  

Carel ter Linden 


Schreeuw


Ik moet het een keer opschrijven al herinner ik het me 
als de dag van gisteren hoe mijn zoon zeven jaar geleden
van de van zilver en kristal flonkerende kersttafel wegliep
en de deur uitvloog 
dat wil zeggen ik zag dat eerst helemaal niet
maar ineens was daar een godvergeten schreeuwen
ergens in het trappenhuis van ons flatgebouw
het huilen van een wolf al zitten die daar niet dagelijks
en nu zie ik het
een stoel is leeg
nee twee stoelen
Ernst is weg
en zijn Caroline ook 
het is Ernst verdomme 
het moet Ernst zijn daar in het trappenhuis en hij brult en loeit
en ik ja natuurlijk ik sta op en schiet naar de deur de hal in
en daar zes treden lager daar zit hij op de stenen vloer 
en hij snikt met lange halen 
Caroline naast hem met een arm om hem heen
en ik zak naast hem aan de andere kant 
ik sla een verlegen arm om zijn stoere lijf 
en door alle schokken heen zegt hij stottert hij 
pap je kunt er niks aan doen maar ik mis mamma zo
het is allemaal zo anders nu
het is allemaal zo lief zo lief bedoeld hartstikke lief allemaal
en jullie hebben zo je best gedaan en het is ook niet om Tineke
we mogen ons in onze handen knijpen dat we Tineke hebben
maar alles is weg mamma is weg ons huis is weg 
en nu zitten we hier 
maar ik kon het niet meer houden  
het ging niet meer maar laten we maar teruggaan 
het zal wel weer gaan maar het is zo oneerlijk zo oneerlijk 
die rotziekte 
godvergeten klote is het 
maar het gaat nu wel weer dank je pap

is het al half één Caroline
dan moeten we inderdaad naar huis 
maar ik wou nog even zeggen Tineke 
dat het heerlijk was vanavond
 




Credits: Tekst: Carel ter Linden
(
uit ‘Om een zin’, Arbeiderspers 2008)
Beeld: ZininOosterland





Week 20 /  2020


Kun je misschien iets liefs zeggen? (II)


We werden geinspireerd door deze zin in een column die we tegenkwamen in een krant. 
Een mooie zin die ons als thema de komende weken vergezelt vanuit de lege kerk.
 

Onlangs schreef Ilja Leonard Pfeijffer een column in het NRC handelsblad met als titel “Kun je misschien iets liefs zeggen?” Hij verhaalt daarin over Anna die vanuit Genua, waar zij werkt in een schoonheidssalon, naar Sardinië gaat om haar stervende vader te bezoeken. Zij komt te laat. Door de Corona crisis is zij niet in staat terug te reizen naar Genua bovendien heeft zij geen geld meer. Zij vertelt haar bazin aan de telefoon dat zij het liefst zou willen werken, maar ja… Dan zegt zij tegen haar bazin: “Kun je misschien iets liefs zeggen?”



Elke dag komt hij.
Elke dag komt hij met zijn trompet
en speelt.
Speelt de longen uit zijn lijf voor haar.
De vrouw, die hij bemint.
De vrouw die hij met hart en ziel bemint en met wie hij niet meer samenleeft.
Niet uit vrije wil. O, nee.
Omdat Alzheimer gaten maakt in haar brein,
daarom.
Elke dag komt hij naar het verpleeghuis waar zij woont en speelt voor haar.
Liefdesliedjes speelt hij.
“Can’t help falling in love”, speelt hij.
Met elke noot die hij speelt vraagt hij:
Kun je misschien iets liefs zeggen?
Vanachter het raam kijkt zij toe, met soms een vage glimlach.
Kun je misschien iets liefs zeggen?
Zijn trompet zingt dit refrein, dag in dag uit.

 


Credits: Tekst: Karen Hagg
Beeld: ZininOosterland
Muziek: Qiyuan Zhou (Keonjoe)
 


Week 19 /  2020


Kun je misschien iets liefs zeggen?


We werden geinspireerd door deze zin in een column die we tegenkwamen in een krant. 
Een mooie zin die ons als thema de komende weken vergezelt vanuit de lege kerk.
 


Onlangs schreef Ilja Leonard Pfeijffer een column in het NRC handelsblad met als titel “Kun je misschien iets liefs zeggen?” Hij verhaalt daarin over Anna die vanuit Genua, waar zij werkt in een schoonheidssalon, naar Sardinië gaat om haar stervende vader te bezoeken. Zij komt te laat. Door de Corona crisis is zij niet in staat terug te reizen naar Genua bovendien heeft zij geen geld meer. Zij vertelt haar bazin aan de telefoon dat zij het liefst zou willen werken, maar ja… Dan zegt zij tegen haar bazin: “Kun je misschien iets liefs zeggen?”



Zo simpel kan het zijn: iets liefs zeggen
Iets liefs zeggen en het valt misschien wel mee
Iets liefs zeggen en je voelt je geborgen
Iets liefs zeggen en je voelt je gehoord
Iets liefs zeggen en je voelt je omhelsd
Iets liefs zeggen en je wordt geraakt
Aangeraakt?
Iets liefs zeggen en je kwetsbaarheid mag er zijn
Iets liefs zeggen en jij beantwoordt mijn vraag
En…
Je vindt iets liefs waarin alles ligt besloten…
Toe, zeg iets liefs tegen mij?

 






Credits: Tekst: Petra Roorda , 2020)
Beeld: ZininOosterland
 



Week 18 /  2020


De vrijheid kwam in het voorjaar


de vrijheid kwam in het voorjaar
de vrijheid komt in het voorjaar
kijk maar we vieren haar

ze kwam kapot en in tranen
ze had oorlog onder de leden
je kon niet geloven
dat komt ze te boven
haar lauwerkrans was voor doden

maar ze vroeg ons haar door te geven
ik lig in jullie handen, zei ze
wees niet stil, zoals ik niet stil was
denk niet dat het onmogelijk is
denk dat het onmogelijk is, maar doe het

neem me mee
naar waar ik niet ben
neem me mee, zegt ze
laat me leven.

 


Credits: Tekst: Ankie (Johanna Annie) Peypers (Amsterdam, 1928 - 2008)
Beeld: ZininOosterland

 





Week 17 /  2020


Eb

Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door 't ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.

Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?

 


Credits: Tekst: Vasalis (1909-1998) Beeld: ZininOosterland

 



Week 16 /  2020


In den beginne

Een stille plek waar heel soms de deuren opengingen voor een dienst.
Het was hier nog zo leeg. Nee, niet echt leeg, maar stil.
Er was nauwelijks kleur. Grauwe tuf en oker.
De banken houtgeschilderd.
Michael keek nog niet vanuit de koepel op ons neer. 
Je kon de toren beklimmen, hij trok als een schoorsteen.
Met lange ladders klom je van de ene naar de andere vloer. 
Voorzichtig, overal gaten. En sommige sporten waren aangevreten door de houtworm.
Die moest je overslaan.
De kerkmuren wat uitgeslagen. Vochtig. Klam.

Het orgel stond boven op het balkon.
Er was geen koor, geen crypte. 
Er was een muur aan de oostkant met drie ramen en daaronder de preekstoel.
Links en rechts de koorbanken met een dakje erboven.
Er waren koorhekken waarop we kaarsen konden zetten.
Het tochtte zo erg dat ze altijd schuin afbrandden.
Grote hoge ramen, het was lichter.

Het middenvak vol met Thonetstoelen die allemaal een nummer hadden.
Die nummers moeten een bedoeling hebben gehad.
Maar wars van orde stonden ze door elkaar.
De vloer onder de stoelen was van hout en ongeveer in het midden stond een kachel.
Een grote grijze kachel met een eindeloze pijp naar boven.
Groot leek hij vooral als koster Simon Hegeman er naast stond. De kleine man en ‘zijn’ kerk.
Als het koud was en er stond wat te doen, begon hij de kachel te stoken een dag of dagen van tevoren.
Soms kwamen de vlammen er even bovenuit. ’s Nachts ging hij kijken of hij niet verviel.
Op z’n klompen liep hij van het huisje bij de dijk door weer en wind. 
Ik vraag me af of hij de deur op slot deed? Waarschijnlijk niet.
Dat kwam pas later, nadat de kandelaars en bijbel gestolen waren. Zomaar overdag.

Zijn vrouw Grietje maakte soep en bakte cake, net niet gaar. Voor ons.
Wat kwam daar veel liefde en vriendelijkheid mee met die pannen. Kritiekloos.
Koster Simon Hegeman telde de mensen in de kerk van over de balkonrand.
“Ik had er…” zei hij dan. Trots. Blij met al die bezoekers.

Onder dit eeuwenoude dak van de Oosterlanderkerk begon het te leven. 
Pas later bedachten we dat het mooi was om deze kerk de Michaelskerk te noemen,
naar de heilige Michael, schutspatroon van de mensen op zee, waaraan deze kerk ooit was gewijd.

Misschien moest het wel zo leeg zijn om zo geïnspireerd te raken?


Credits: Tekst: Annemarie Dekker  |  Beeld: Michaelskerk 1968, archief ZininOosterland



Week 15 | 2020


Lief leeg huis


Al dagen, weken is het stil.
Geen deur die opengaat,
Geen voetstappen, stemmen.
Het orgel zwijgt en jij zwijgt mee.

En toch…

Het is zo stil in jou,
dat er wonderlijk ruimte komt.
Juist nu, juist hier
is het of stemmen van ver aankomen
en hier voor altijd wonen-

Is het of voetstappen helderder dan ooit
klinken en je hun stap van verre herkent-
is het of elke traan en al ons lachen
veiliger bij jou is dan ik ooit had durven dromen.

Lief leeg huis,

Je bent vol leven,
dwars tegen alle feiten in.
Je beeft, je danst, je zingt, je huilt,
je fluistert, wenkt en slaat je armen om ons heen.

Stil maar, zeg je.
Er komen weer andere tijden.
Lichte tijden vol hoop.
Ik weet het zeker, zeg je.

Is het daarom dat mensen al eeuwenlang
zeggen, hopen, geloven
dat jij schuilplaats voor mensen bent?

Lief leeg huis,

Deel je vertrouwen en lef aan ons uit
voor onderweg,
net zolang tot wij jou hier weer ontmoeten.

Beloofd?
 


Credits: Tekst: Karen Hagg  |  Beeld: ZininOosterland